
Ga niet met iedereen in gesprek
Dat is namelijk helemaal niet nodig voor goede participatie
Dat is namelijk helemaal niet nodig voor goede participatie
Het is onmogelijk om met iedereen in gesprek te gaan. Het is bovendien niet nodig. Als je de participatievraag helder formuleert, volgt daaruit ook welke publieksgroepen je bij het antwoord op de vraag gaat betrekken. Bij de meeste participatiegesprekken nodigen we daarom publieksgroepen heel gericht uit. Bijvoorbeeld partners, professionals, maatschappelijke instellingen en belangenorganisaties. Het inwonersperspectief kan vaak vertegenwoordigd worden door een kleine groep. Een grote groep inwoners betrekken is vaak alleen relevant als het onderwerp voor inwoners concreet en dichtbij is. Relevantie is de sleutel. Vraag jezelf steeds af, zou je zelf naar de bijeenkomst gaan? Of je moeder of buurman?
Een voorbeeld: Gemeenten werken aan een Omgevingsvisie en stoeien met de manier waarop ze publieksgroepen hierbij betrekken. Ze willen inwoners in een vroeg stadium betrekken bij de Omgevingsvisie, terwijl het onderwerp voor veel inwoners heel abstract en ver weg is. Dat wil niet zeggen dat je niet het inwonersperspectief kunt meenemen in het ontwikkelen van de Omgevingsvisie. Dat kan je doen door bijvoorbeeld belangenorganisaties te betrekken. In een latere fase, waarin de Omgevingsvisie meer handen en voeten krijgt in de Omgevingsplannen, is het voor inwoners relevanter om mee te praten. Het is dan concreter en dichterbij.
Ben je erbij? We sturen je graag de uitnodiging en het programma.