Inwoners betrekken bij de participatieaanpak?
3 inzichten uit de intervisie van 6 mei 2025
Hoe zou het zijn als inwoners zélf meedenken over hoe ze betrokken willen worden? Tijdens de Master-intervisie van mei 2025 doken we in deze uitdagende vraag. Een vraag die raakt aan de kern van omgevingsgericht werken: niet vóór maar mét de omgeving. We onderzochten samen wanneer het wenselijk en haalbaar is om deelnemers, bewoners of initiatiefnemers al vroeg in het participatieproces te betrekken, zelfs bij het ontwerpen van de participatieaanpak zelf. Het leverde waardevolle inzichten én dilemma’s op.
"Kunnen we inwoners betrekken bij het maken van de participatieaanpak?"
Dat was de centrale vraag van deze sessie. We merkten direct: het antwoord is minder zwart-wit dan je misschien zou hopen. Want de intentie om bewoners of deelnemers vroeg te betrekken is vaak oprecht, maar is het ook altijd nodig? En vooral: is het uitvoerbaar?
Een communitylid vertelde over een dorpenvisie die ze ontwikkelde sámen met een focusgroep van bewoners. Niet alleen werd de participatieaanpak in co-creatie opgesteld, de focusgroep bleek later ook een motor voor het vergroten van betrokkenheid in het hele dorp. “Ze voelden zich mede-eigenaar en stimuleerden anderen om mee te doen.” Een andere deelnemer gaf een ander voorbeeld: een bewonersinitiatief rondom woningbouw. “Het dorp dacht van begin tot eind mee, en daardoor was de betrokkenheid groot.” Maar weer een adere Master ervaarde in een casus dat vroege betrokkenheid juist tot spanningen leidde. Bij een stedenbouwkundig plan bleek de inhoudelijke verdeeldheid onder bewoners zó groot, dat het vroege participatieproces onder druk kwam te staan.
"Wanneer werkt vroeg betrekken wél en wanneer niet?"
De intervisiegroep kwam tot een interessante conclusie: niet elk vraagstuk leent zich voor vroege betrokkenheid bij het ontwerpen van het participatieproces. Wanneer het eindresultaat gedeeld eigenaarschap vraagt, zoals bij een dorpsagenda of een initiatief van bewoners zelf, dan is het logisch en waardevol om ook het participatieontwerp samen te maken. Maar bij vraagstukken met veel juridische, ruimtelijke of politieke kaders, kan dat juist tot wrijving of onhaalbare verwachtingen leiden.
Een alternatief dat we bespraken: begin een traject met een simpele vraag aan bewoners: “Hoe willen jullie betrokken worden?” Bijvoorbeeld via een korte enquête. Maar ook daar zit een risico aan: wat als mensen aangeven dat ze willen meebeslissen, maar de ruimte er niet is? Je wekt dan verwachtingen die je misschien niet kunt waarmaken.
Belangen verkennen: niet wachten tot het schuurt
Wat wél breed gedragen werd in de groep: vroeg helder krijgen welke belangen er spelen. Vaak gaan we daar te makkelijk overheen, of baseren we ons op aannames. Tijdens de sessie liet ik een voorbeeld zien van een belangenkaart: een instrument waarmee je belangen inzichtelijk maakt én meeneemt door het hele proces heen – van aanpak tot verslaglegging.
Deze belangenkaart helpt je om breder te kijken dan de ‘luidste stemmen’. Je kunt ermee aantonen dat je zorgvuldig alle belangen hebt gewogen. En – misschien nog belangrijker – het geeft bewoners het gevoel dat ze serieus genomen worden, ook als niet al hun wensen worden overgenomen.
Conclusie
Vroeg betrekken is geen doel op zich, maar een bewuste keuze. Met het juiste vraagstuk, de juiste middelen en aandacht voor belangen, kan het een krachtig begin zijn van echte participatie.
Vervolg: doorpraten over belangen in participatie
We sloten de sessie af met de wens om in de volgende intervisie dieper in te gaan op het werken met belangenkaarten. Hoe kun je dit instrument slim inzetten in jouw praktijk? En welke formats zijn er om belangen goed vast te leggen en bespreekbaar te maken?
Alle intervisies zijn voor community-deelnemers terug te kijken. Wil je meer weten over deelname aan de programma's? Neem vrijblijvend contact op.