Stop met participeren zonder scherp doel

We gebruiken ze vaak. Soms bijna automatisch. Participatiedoelen als draagvlak, eigenaarschap of een goed democratisch proces. Maar als je niet scherp hebt wat je met participatie wilt bereiken, wordt het gesprek vaag en het proces kwetsbaar.

Tijdens een recente Masterintervisie van de Relevant Gesprek® Academie stond één vraag centraal: wat is eigenlijk je participatiedoel? De aanleiding was herkenbaar. In een eerdere intervisie over de participatietrap merkten deelnemers dat gesprekken met collega’s snel verschuiven van “op welke trede zitten we?” naar “maar wat willen we hier nu écht mee bereiken?”. De huidige formuleringen van doelen bleken niet altijd helpend en soms zelfs verwarrend.

Waar zitten we in de methodiek?

Deze vraag raakt direct aan sleutel 1 van de Relevant Gesprek® methodiek. Nadat je de fase en het beoogde eindresultaat bepaalt, maak je expliciet welk participatiedoel je nastreeft én hoeveel ruimte voor inbreng er is. Dat doel moet richting geven aan ontwerp, uitvoering en evaluatie en niet zorgen voor extra complexiteit. Zoals één deelnemer het scherp verwoordde:

We stellen prachtige doelen, maar als we er niks mee doen, hebben we nog steeds hetzelfde probleem.

Het ‘Google-rondje’

In de intervisie werden veelgebruikte participatiedoelen uit onder meer VNG, Berenschot en het Kenniscentrum Participatie naast elkaar gelegd. Denk aan doelen als betere plannen, meer begrip, draagvlak, legitimiteit of efficiëntere besluitvorming. Deelnemers herkenden deze taal direct. Het is precies de taal die vaak terugkomt in participatievisies en collegeprogramma’s.

Doelen gekoppeld aan de trap

Binnen de huidige Relevant Gesprek® methodiek zijn participatiedoelen gekoppeld aan de participatietrap. Informeren draait om bewustwording, raadplegen en adviseren om kwaliteit en begrip, meebeslissen en coproduceren om eigenaarschap en democratisch proces. In de praktijk bleek deze koppeling niet altijd helpend. Begrippen als eigenaarschap bleken multi-interpretabel en sommige deelnemers gebruikten de doelen nauwelijks nog actief.

Een andere kapstok: inhoud, proces en relatie

Daarom verkenden we een alternatief kwaliteitskader: inhoud – proces – relatie. Drie vaste dimensies die in elk participatieproces een rol spelen:
- Inhoud: begrijpen deelnemers de opgave en verbeteren zij de kwaliteit van keuzes?
- Proces: is het proces transparant, toegankelijk en navolgbaar?
- Relatie: zijn belangen zichtbaar, erkend en zorgvuldig meegewogen?


De doelen uit het ‘Google-rondje’ bleken hier verrassend goed op aan te sluiten. Kwaliteit en kennis horen bij inhoud, legitimiteit bij proces en draagvlak en vertrouwen bij relatie. Deelnemers herkenden dit direct. Het kader werd gezien als een praktische toetssteen: zie ik niets over het hoofd? Interessant was de discussie over belangen. Inhoudelijk horen ze bij keuzes en afwegingen, maar emotioneel raken ze vaak direct aan de relatie. Die spanning werd niet opgelost en juist dat maakte haar waardevol om expliciet te benoemen.

Conclusie

De groep concludeerde dat inhoud – proces – relatie een veelbelovende manier is om participatiedoelen te formuleren én te evalueren. Niet als extra model, maar als praktische kapstok die helpt om bewust te sturen en te variëren per opgave. Of zoals een deelnemer zei:

Dit spreekt me aan. Nu eerst in de praktijk uitproberen.

Precies dat is learning by doing. Wil jij hier ook mee aan de slag en jezelf verder ontwikkelen als participatie-expert?
👉 Word zelf participatie-expert via het 
Masterprogramma Participatie