De druk op gemeenten om participatie goed te organiseren neemt toe. Nieuwe wetgeving zoals de Omgevingswet en de Wet versterking participatie op decentraal niveau vragen om beleid én uitvoering. Tijdens de workshop “Handvatten voor participatiebeleid” kregen beleidsadviseurs en communicatieprofessionals inzicht in hoe je een participatiebeleid ontwikkelt dat niet alleen voldoet aan regels, maar ook werkt in de praktijk.
Waar zitten we in de Relevant Gesprek® methodiek?
Participatiebeleid is bouwsteen 1 van het Borgingshuis Participatie en hoort bij sleutel 1: ‘Ambitie en kaders bepalen’. Het beleid legt de basis voor hoe participatie georganiseerd wordt en wordt vastgesteld door bestuur, die richting en kaders bepaalt.
De boodschap van de workshop
We beginnen elke workshop met een kernboodschap. De kenboodschap van deze workshop is: Participatiebeleid staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een bredere borgingsopgave. Een beleidstekst alleen verandert niets; het moet ingebed worden in organisatiecultuur, processen en werkwijzen. Goed participatiebeleid biedt richting, handelingsperspectief en sluit aan bij de bedoeling van de wet: beleid maken dat beter aansluit bij wat leeft in de samenleving. Maar hoe doe je dat?
Van valkuil naar succesfactor
Tijdens de workshop gaven we praktische handvatten, gebaseerd op valkuilen die we vaak tegenkomen in de community bij het ontwikkelen van participatiebeleid.
- Van vinkjesbeleid naar betekenisbeleid
Een participatiebeleid is geen afvinklijstje om aan wetgeving te voldoen. De succesfactor is om uit te gaan van de bedoeling achter participatie: betere, gedragen beleidskeuzes. Benoem in beleid dus niet alleen wat moet, maar vooral wat het bijdraagt aan kwaliteit, legitimiteit en samenwerking. - Van tunnelvisie naar borgingsvisie
Beleid is slechts één onderdeel van de bredere borgingsopgave. In de workshop introduceerden we het Borgingshuis Participatie (zie afbeelding hierboven), een model dat inzicht geeft in de documenten, rollen en processen die samen zorgen voor duurzame verankering. De succesfactor: zie beleid als startpunt voor een bredere organisatieontwikkeling richting participatief werken. Je participatiebeleid is dan een stap in deze ontwikkeling. - Van onhaalbaar naar haalbaar beleid
Te vaak is beleid te ambitieus (“bij elk onderwerp participatie”), zonder realistische inschatting van capaciteit. Richting geven helpt: maak keuzes op basis van onderwerpen (waarover wel/niet participatie) en maatschappelijke impact (laag, midden, hoog). In de workshop liepen we de verschillende mogelijkheden langs. Zo wordt beleid uitvoerbaar en voorkom je dat participatie verlamt in plaats van versterkt. - Van onbekend naar bekend beleid
Een beleid dat niemand kent, wordt niet toegepast. Daarom is het cruciaal om beleid samen te ontwikkelen. Betrek collega’s, managers en bestuurders bij de totstandkoming. Dat vergroot eigenaarschap én draagt direct bij aan implementatie. Denk goed na of en hoe je externe publieksgroepen betrekt. Meedenken over participatiebeleid is niet voor iedereen relevant.
Conclusie
Een goed participatiebeleid is geen doel op zich, maar een middel om de samenwerking tussen overheid en samenleving te versterken. Door de vier valkuilen bewust te vermijden – en om te buigen naar succesfactoren – ontstaat beleid dat niet alleen op papier staat, maar ook in de praktijk werkt. Daarmee wordt participatie onderdeel van het dagelijks werk én van een toekomstbestendige overheid.
Ben je al deelnemer aan onze programma’s?
Dan kun je de opname van de workshop ‘Handvaten voor participatiebeleid’ terugkijken. Liever sparren? Boek dan een van onze wekelijkse online coaching sessies.
Nog geen deelnemer?
Sluit dan aan bij het gratis webinar ‘Hoe borg je participatie in de organisatie?’!